24 maart, 2021
De 27-jarige Remco Hoppenbrouwers werkt als installatiemonteur bij NK Installatietechniek in Bergen op Zoom. Elf jaar geleden kwam hij vanwege een stage bij het bedrijf terecht. Na twee jaar had hij z’n opleiding afgerond en inmiddels is hij al negen jaar officieel in dienst. “Ik heb de opleiding elektrotechniek gevolgd in Oudenbosch”, vertelt Hoppenbrouwers.
Was dat je eerste keus?
Nee, ik wilde in eerste instantie dierenarts worden, maar op die opleiding werd ik niet toegelaten. Uiteindelijk ben ik naar de school in Oudenbosch gegaan en daar moest ik kiezen tussen elektrotechniek, bouw of metaal. Ik heb toen voor elektrotechniek gekozen en daar heb ik geen spijt van gehad. Tijdens die opleiding heb ik stage gelopen bij Fri-Jado in Etten-Leur. Zij werken met koelsystemen en daarvoor heb je een aparte opleiding nodig. Dat vond ik zo interessant dat ik later nog de opleiding voor koeltechniek heb gevolgd in Den Bosch.
En wat doe je nu precies?
In feite installeer ik airco’s. Dat zijn geen airco’s die je bij de bouwmarkt koopt. Wij maken alles op maat, zorgen zelf voor de koelleidingen en we laten alles netjes achter. Zo boren we bijvoorbeeld ook met een diamantenboor, waardoor er geen stenen afbrokkelen.
Wat maakt het werk uitdagend?
In principe is het voor ons lopende band werk. We installeren iedere dag minstens één of twee airco’s, maar soms ook wel drie of vier als het makkelijke locaties zijn en toch is ieder project anders. Soms moet je leidingen vijftien meter over een klein zoldertje leggen en de andere keer kan je meteen naar buiten. We werken nu veel voor particulieren, maar we komen ook regelmatig bij kantoren en grotere bedrijven en die werken weer met veel grotere systemen.
Moet je veel cursussen volgen voor dit beroep?
Nee, dat valt eigenlijk wel mee. De technologie is in de jaren wel verbeterd, maar de basisprincipes blijven hetzelfde. We moeten toevallig nu wel een paar toetsen volgen voor Rijkswaterstaat. We werken soms op gevaarlijke plekken, zoals bij sluizen of in chemische bedrijven. Daarom moeten we jaarlijks wel onze veiligheidstoetsen behalen.
Is dat vervelend?
Nee, het is juist handig. Als er opeens een bepaald signaal afgaat, moet je natuurlijk wel weten wat je moet doen. Zo’n jaarlijkse cursus helpt daarbij.
Wat vind je leuk aan je werk?
Dat is toch vooral het contact met de mensen. Iedere dag zitten we weer bij andere mensen aan de keukentafel en iedere dag leer je dus weer andere mensen kennen. Het is een heel sociaal vak. Mensen nodigen je bijna altijd uit voor een bakje koffie en uit beleefdheid zeggen we daar nooit nee tegen. Vooral oudere mensen vinden het enorm fijn als we langskomen. Die hebben de mooiste verhalen te vertellen.
Wat is het grootste voordeel van je werk?
De vrijheid. Iedere dag krijgen we een planning en zolang we zelf maar zorgen dat het aan het eind van de dag klaar is, dan is het goed. Dus als ik om 12.00 uur een hapje wil eten, maar ik heb geen boterhammen bij me. Dan is dat geen probleem, dan ga ik gewoon iets halen. Moet ik even weg? Dan kan dat. Zolang het werk maar af is natuurlijk.
Zitten er ook nadelen aan je werk?
Nee, eigenlijk helemaal niet.
Dat moet je zeker zeggen van je baas?
Haha nee. Grappig dat je het hebt over een baas. Voor mijn gevoel heb ik namelijk helemaal geen baas. Ik werk hier met vrienden. Ik weet dat ze mijn werkgever zijn en dat ik naar ze moet luisteren. Maar ik heb nooit gedacht: Daar zit de directeur. We gooien altijd alles in de groep en we kunnen overal over praten. Toen ik hier begon waren Bernard en John allebei al directeur en ik ben in feite opgegroeid en meegegroeid met het bedrijf.
Zou je het ooit willen overnemen?
Ja, dat zou ik zeker wel willen. Dat weten ze ook, al gaat dat wel nog een hele lange tijd duren hoor. Maar als je vraagt: wat is je ambitie? Dan moet dit, de directeursstoel, wel mijn plekje worden.
Graag ontvang ik een prijs voor het plaatsen van een vacature